Kom in contact
Inzichten

Vastgoed moet duurzamer

Wessel van Loon
Ruben Broers

De almaar stijgende energieprijzen zijn het gesprek van de dag. Tijdens de coronacrisis sloten veel winkels hun deuren en werd thuiswerken geïntroduceerd, waardoor de vraag naar energie daalde. Nu de wereldeconomie weer op gang is gekomen, is er een enorme energievraag. De hoge vraag zorgt voor stijgende energieprijzen. De energiemarkt is verder onder druk komen te staan na de Russische inval in Oekraïne. Nederland behoort tot de landen met de hoogste energieprijzen van de Europese Unie. Wat betekent dit voor eigenaren van gebouwen?

Doorgaans is de eigenaar van het gebouw verantwoordelijk voor investeringen die in het gebouw gedaan worden. De rekening hiervan ligt echter niet altijd alleen bij de eigenaar. Er zijn veel praktijkvoorbeelden waarbij de investering gedeeltelijk wordt verdisconteerd in een hogere huurprijs per m². In veel gevallen is de huurder bereid een hogere huurprijs te betalen aangezien hij profiteert van lagere energielasten. Dit zegt helaas nog niets over het (duurzame) gebruik van het gebouw. Belangrijk is om een wederzijde prikkel te creëren, zoals de opslag op de huur afhankelijk maken van de daadwerkelijke besparing. Op deze manier is er beide partijen veel aan gelegen om het gebouw duurzaam te gebruiken en te exploiteren.

Het is tijd om minder afhankelijk te worden en de energietransitie in een hogere versnelling te zetten.

 

Hoe vastgoed verduurzamen?

 

Volgens het CBS vindt 15% van de CO2-uitstoot in Nederland plaats in de gebouwde omgeving. Belangrijke oorzaak hiervan is dat er fossiele brandstoffen worden gebruikt voor het verwarmen van gebouwen en het verbruik van warm water.
Om de CO2-uitstoot te verminderen kun je het principe van trias energetica hanteren:

  • Stap 1. Beperk de energievraag
  • Stap 2a. Gebruik energie uit reststromen
  • Stap 2b. Gebruik energie uit hernieuwbare bronnen
  • Stap 3. Indien gebruik van eindige (fossiele) energiebronnen onvermijdelijk is, gebruik ze dan zeer efficiënt en compenseer dit op jaarbasis met 100% hernieuwbare energie

Om bovenstaande te bereiken moet er allereerst worden geïnvesteerd in de isolatie van het gebouw. Indien er minder warmtevraag is, hoeft er immers ook minder te worden opgewekt. Daarnaast dient geïnvesteerd te worden in de opwekking van duurzame energie. Voorbeelden hiervan zijn warmtepompen en zonnepanelen.

Tot slot beperkt duurzaamheid zich niet alleen tot het heden van een gebouw. Bij het ontwerpen en bouwen van een object dient nagedacht te worden over het hergebruik van materialen en een flexibele indeelbaarheid. Zo kan het gebruik van een gebouw eenvoudig worden aangepast wanneer het niet meer voldoet. Of kunnen de materialen op een ander locatie worden hergebruikt.

 

Wat betekent verduurzamen voor de huurder en de eigenaar van het gebouw?

 

Een duurzaam gebouw verbetert het imago van de huurder en de eigenaar, maar draagt mogelijk ook bij aan de ESG-doelstellingen van beide. Aangezien er een hogere huurprijs kan worden gevraagd, is een hogere marktwaarde te verwachten. Daarbij komt dat stilstand achteruitgang is: als de eigenaar niet overgaat tot duurzaamheidsinvesteringen gaat de marktwaarde van het vastgoed sneller achteruit.

De huurder profiteert steeds meer van een duurzaam gebouw vanwege de stijgende energieprijzen.

 

Op weg naar duurzaam vastgoed

 

In 2050 dient de bebouwde omgeving volledig klimaatneutraal te zijn. Een overgang naar een duurzame energievoorziening is belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan. Nederland heeft een enorme opgave om de bebouwde omgeving duurzaam te maken. Per 1 januari 2023 dient een kantoorgebouw minimaal over energielabel C te beschikken. Nu is al bekend dat dit niet gehaald gaat worden voor de Nederlandse kantorenvoorraad. De overheid zal meer regie moeten voeren om dit te versnellen. Vooruitziende eigenaren investeren echter op tijd in de duurzaamheid van hun gebouwen. Stilstand is zoals gezegd achteruitgang.

In onze volgende blog gaan we in op subsidiemogelijkheden voor duurzaamheidsaanpassingen.